Voor de zomer hield Hoogervorst nog vast aan een wettelijk rookverbod vanaf 2005. Hij volgde daarmee het beleid van zijn voorganger Borst, een fervente antirookster. Gesprekken met de horecaorganisatie hebben Hoogervorst evenwel overtuigd van de grote problemen die een rookverbod met zich meebrengt.
Volgens Horeca Nederland leidt een volledig rookvrije horeca tot een verlies van veertigduizend banen.
De horeca krijgt tot eind dit jaar de tijd een stappenplan op te stellen waarin concrete maatregelen moeten staan om niet-rokers te vrijwaren van sigarettenrook als zij uitgaan.
Voor plaatsen waar veel jongeren komen of waar gesport wordt (zoals commercieel geëxploiteerde sportkantines), wil minister Hoogervorst een duidelijke datum waarop het rookverbod een feit moet zijn. Hij denkt daarbij aan 1 januari 2006.
Voor restaurants, hotels, cafés, coffeeshops en disco`s, is de bewindsman bereid tot meer souplesse. Waar mogelijk moeten er rookvrije ruimten komen. Volgens Horeca Nederland is dat voor grotere uitgaansgelegenheden geen probleem.
Het café en kleinere restaurants kunnen waarschijnlijk rekenen op clementie, evenals de coffeeshop. Volgens de horeca zullen hier maatregelen worden genomen `in lijn met het maatschappelijk draagvlak aangaande niet-roken`. In de praktijk betekent dit geen harde einddatum waarop het café rookvrij moet zijn.
Hoogervorst beslist nog dit jaar of het `stappenplan` voldoet en een wettelijk rookverbod voor de horeca definitief van tafel kan. Werknemers in gewone bedrijven hebben vanaf 1 januari wel recht op een rookvrije werkplek. De minister overlegt nog over een aparte rookregeling voor de poppodia.
Psychiatrische instellingen, verzorgingshuizen en daklozencentra hoeven niet geheel rookvrij te zijn, vanwege de bijzondere situatie van de bewoners.
Op verzoek van de horeca zal minister Donner van Justitie onderzoeken of het mogelijk is ook jeugdigen die drank kopen te beboeten.
De verkoop van wijn en bier aan jongeren onder 16 is verboden, voor sterke drank ligt de leeftijdsgrens op 18 jaar. Nu is alleen het barpersoneel of de slijter strafbaar als jongeren toch de drank aanschaffen.
Volgens de horecaorganisaties is dat oneerlijk en ineffectief. Een boete voor de koper zou de jongeren afschrikken.
(De Volkskrant, 10 september 2003)